De chemie van

De chemie van lavendel

lavendel
Afbeelding van Hans Braxmeier via Pixabay

Veel mensen hebben een zakje lavendel tussen hun kleren hangt. Het ruikt niet alleen lekker maar het zou ook kledingmotten af weren. Is er enig wetenschappelijk bewijs dat de chemische stoffen in lavendel inderdaad motten af weren of moeten we het toch doen met milieuonvriendelijkere verbindingen om onze kleding vrij van gaatjes te houden?

In dit artikel nemen we eens een kijkje naar de verbindingen die lavendel hun aroma geven. Dit zij de eerst aangewezen verbindingen die mogelijk ook motten afstoten. De belangrijkste verbindingen in het aroma van lavendel zijn linalool en een verbinding die er veel op lijkt, linalylacetaat. Linalool is een veel gebruikte verbinding in geuren en het wordt in veel producten voor persoonlijke verzorging gebruikt. Er zijn geen motten afwerende affecten beschreven, alleen enkele vermeldingen over het weren van muggen. Andere aromaverbindingen zoals lavandulol en lavandulylacetaat worden ook niet in verband gebracht met het bestrijden van kledingmotten.

(R)-linalool
structuurformule van (R)-linalool. Credit: Chemiepedia.

linalylacetaat
structuurformule van linalylacetaat. Credit: Chemiepedia.

(R)-lavandulol
structuurformule van (R)-lavandulol. Credit: Chemiepedia.

(R)-lavandulylacetaat
structuurformule van (R)-lavandulylacetaat. Credit: Chemiepedia.

Natuurlijk zijn dit niet de enige verbindingen die bijdragen aan het lavendelaroma. Er zijn meer dan 300 verbindingen gevonden in de essentiële olie van lavendel. Hoewel deze niet allemaal bijdragen aan het aroma betekent dit niet noodzakelijkerwijs dat kleine bijdragen, of zelfs verbindingen die helemaal niet bijdragen, niet achter het mottenafstotende effect zitten. Dit bleek inderdaad het geval te zijn.

Zowel de eerder genoemde verbindingen als een aantal andere aromaverbindingen in lavendel zijn leden van de terpeenfamilie. Twee van die terpenen in lavendel, 1,8-cineol en kamfer, lijken een belangrijke bijdrage te leveren aan het vermogen van de plant om motten op een afstand te houden. Een aantal andere terpenen hebben ook insecten dodende krachten, van alfa-pineen in coniferen tot kamfeen in rozemarijn. In feite komen ook 1,8-cineol als kamfer voor in rozemarijn maar het afstotende effect bleek lager te zijn dan dat van lavendel.

1,8-cineol
structuurformule van 1,8-cineol. Credit: Chemiepedia.

structuurformule van kamer. Credit: Chemiepedia.

Dus met enig wetenschappelijk bewijs voor de werkzaamheid van lavendel in handen hoe zit het dan met de mottenballen? Waarom zouden we die niet gebruiken tegen motten? De verbindingen in mottenballen zijn minder mysterieus. In oudere motenballen werd naftaleen gebruikt, tegenwoordig wordt veel vaker 1,4-dichloorbenzeen toegepast. Beide verbindingen verdampen langzaam uit mottenballen waardoor een voor motten giftig gas ontstaat en op die manier plagen worden voorkomen. Kamfer dat, zoals we hebben gezien, aanwezig is in lavendel, kan ook af en toe worden gebruikt.

naftaleen
structuurformule van naftaleen. Credit: Chemiepedia.

1,4-dichloorbenzeen
structuurformule van 1,4-dichloorbenzeen. Credit: Chemiepedia.

Het probleem met naftaleen en 1,4-dichloorbenzeen is de groeiende bezorgdheid over de effecten van langdurige blootstelling van de mens eraan. Daarom wordt het voortgezette gebruik ervan herzien en sommige landen hebben het gebruik van naftaleen al verboden, waaronder landen in de EU. In Nederland zijn mottenballen verkrijgbaar op basis van transfluthrine. Dit middel werkt in op het zenuwstelsel van insecten. Anders dan bij traditionele mottenballen verdampt dit middel niet en verspreidt het geen nare luchtjes.

transfluthrine
structuurformule van transfluthrine. Credit: Chemiepedia.

Het is dan misschien bemoedigend dat gedroogde lavendel geschikte mottenafstotende eigenschappen lijkt te hebben om als vervanging te dienen voor bewezen giftige stoffen.