periodiek systeem

Periodiek systeem – een korte geschiedenis

  • In 1669 probeerde de Duitse koopman en amateur alchemist Hennig Brandt de Steen der Wijzen te maken. Dit is een vloeistof waarmee men metalen in goud zou kunnen veranderen. Hij verhitte residuen van gekookte urine. Er kwam een vloeistof uit die in vlammen uitbarstte. Het was de eerste ontdekking van fosfor.
  • In 1680 ontdekte ook Robert Boyle fosfor en werd het meer bekend.
  • In 1809 waren er al minstens 47 elementen ontdekt en begonnen chemici patronen in de eigenschappen te herkennen.
  • In 1863 verdeelde de Engelse chemicus John Newlands de toen bekende 57 elementen in 11 groepen. Deze groepen waren gebaseerd op hun kenmerken.
  • In 1869 startte de Russische chemicus Dimitri Mendeleev met de ontwikkeling van het periodiek systeem door chemische elementen op hun atoommassa te rangschikken. Hij voorspelde de ontdekking van andere elementen en hij liet ruimte over in zijn systeem voor deze nog niet-ontdekte elementen
  • In 1886 ontdekte de Franse natuurkundige Antoine Bequerel de radioactiviteit. Er werden drie soorten straling benoemd: alfa, bèta en gamma. Marie en Pierre Curie werkten aan de straling van uranium en thorium en ze ontdekten radium en polonium. Ze ontdekten ook dat de bèta deeltjes negatief geladen zijn.
  • In 194 ontdekten Sir William Ramsay en Lord Rayleigh de edelgassen. Deze werden als groep O toegevoegd aan het periodiek systeem.
  • In 1897 ontdekte de Engelse natuurkundige J.J. Thomson elektronen. Dit zijn kleine negatief geladen deeltjes in een atoom. John Townsend en Robert Millikan bepaalden de lading en de massa van elektronen.
  • In 1903 ontdekte Bequerel dat elektronen en de bèta deeltjes die door Marie en Pierre Curie waren ontdekt hetzelfde zijn.
  • In 1903 bepaalde Rutherford dat radioactiviteit wordt veroorzaakt door de afbraak van atomen.
  • In 1911 ontdekten Ernest Rutherford samen met de Duitse natuurkundige Hans Geiger dat elektronen om de kern van een atoom heen draaien.
  • In 1913 ontdekte Niels Bohr dat elektronen in orbitalen rond een kern draaien. Als een elektron zich verplaatst van de ene naar de andere orbitaal dan wordt er straling uitgezonden.
  • In 1914 identificeerde Rutherford de protonen in de kern van een atoom. Hij veranderde ook voor het eerst een stikstofatoom in een zuurstofatoom. De Engelse natuurkundige Henry Mosely stelde atoomnummers op, op basis van het aantal elektronen in een atoom in plaats van gebaseerd op de atoommassa.
  • In 1932 ontdekte James Chadwick het bestaan van neutronen en isotopen. De basis voor het periodiek systeem was compleet. In hetzelfde jaar splitsten de Engelsman Cockroft en de Ier Walton voor het eerst een atoom. Ze bombardeerden lithium in een deeltjesversneller en ze veranderden het in twee heliumkernen.
  • In 1945 identificeerde Glenn Seaborg de lanthaniden en de actiniden. Deze twee groepen worden meestal beneden het periodiek systeem afgebeeld.