E120 – Karmijnrood
E120 karmijnrood wordt ook wel karmijnzuur, karmijn, Cl Natural Red 4 en cochenille extract genoemd.
De rode kleurstof komt van nature voor in de schildluis Dactylopius coccus. Deze bladluis leeft op verschillende soorten schijfcactussen. Omdat de kleurstof een dierlijke oorsprong heeft is deze niet geschikt voor veganisten en vegetariërs. De kleurstof kan in sommige gevallen leden tot allergische reacties. Vanwege zijn aparte paarsrode kleur wordt de kleurstof ook verwerkt in bijvoorbeeld lippenstift, olie- en aquarelverf. De kleur is slecht bestand tegen licht.
Gegevens
Molecuulformule | C22H20O13 |
Molmassa (g*mol-1) | 492,39 |
IUPAC-naam | 3,5,6,8-tetrahydroxy-1-methyl-9,10-dioxo-7-[(2R,3R,4R,5S,6R)-3,4,5- trihydroxy-6-(hydroxymethyl)oxan-2-yl]antraceen-2-carbonzuur |
CAS-nummer | 1260-17-9 |
ADI (mg/kg lichaamsgewicht) | 5 |
Type additief | kleurstof |
Structuurformule
Gebruik
- Frisdranken
- IJs
- Kauwgom
- Koek en gebak
- Ontbijtgranen met vruchtensmaak
- Sauzen
- Snacks
- Worst
Karmijn wordt gewonnen uit de Cochenilleluis. Dit is een luizensoort die leeft op schijfcactussen. Alleen de vrouwtjesluizen worden gebruikt. Ook uit de eitjes kan karmijn worden gewonnen.
Per hectare kan ongeveer 400-400 kilogram luizen worden gewonnen. Een kilo kleurstof zijn ongeveer 140.000 luizen nodig. Er zijn in landen als Honduras, Mexico, Peru en Guatamala plantages met cactussen aangelegd waarop deze luizen worden geteeld. Peru is de grootste producent van karmijn.
Om de kleurstof uit de luizen te halen worden deze geplet. Er worden stoffen als koningswater, aluin en tin toegevoegd om de kleur beter te behouden. Omdat karmijn slecht tegen licht kan en geen sterke kleurkracht bezit wordt in de schilderkunst tegenwoordig vaak kraplak gebruikt. Deze kleur lijkt op karmijn en wordt gemaakt uit steenkoolteer.